Ghana 2006

Het kleine zusje van Nadra met een zaklamp Samid

Bij mijn afscheid van Ghana, februari 2005, had ik mijn familie en vrienden beloofd ooit nog eens terug te komen. Eerlijk gezegd, had ik niet verwacht dat ik binnen het jaar nog terug zou keren. Ik dacht Tamale na vijftien weken wel te kennen en hoopte dat mijn volgende reis naar een nieuw land zou gaan.

Toen ik hoorde dat de Nyohini Computer School (NCS) voor 2006 van plan was een kantoorpracticum te installeren en mij gevraagd werd of ik geen zin had om te helpen met het opzetten van een intern netwerk, heb ik in eerste instantie dan ook geweigerd. Maar al na een paar weken begon het aan me te knagen en ik merkte dat ik mijn Ghanese vrienden miste. Telkens ik een mail van Samiwu of een oud-student kreeg, was ik dolgelukkig.

Op het werk in Brussel heb ik al mijn staand verlof aangevraagd en samen met Eef heb ik tickets geboekt. I am a sucker for dark brown eyes...

Hafiz and Samid Jongen uit Nyohini Sella op een stoel

Donderdag 5 januari 2006

Gisteravond heb ik in Leuven nog snel mijn laatste spullen ingepakt. Het vriest in België en ik besef opeens dat ik volgende week gewoon in T-shirt en op sandalen zal rondlopen in plaats van met dikke jas en sjaal. Hendrik is zo vriendelijk om me vandaag naar Schiphol te brengen. De vlucht vertrekt pas om 12 uur, maar veiligheidsvoorschriften zijn zo verstrengd dat we ongeveer drie uur op voorhand daar moeten zijn.

Het doet goed om aan de incheckbalie te staan waar ik op Eef wacht. Ik ben toch een beetje zenuwachtig dat ik niets vergeten ben en ik wil zo snel mogelijk terug in Sakasaka staan, van mijn part mogen ze die hele vlucht overslaan :-) Eef komt natuurlijk met een brede glimlach aan.

Het duurt even voor we naar de gate mogen, Eef en ik worden allebei grondig gefouilleerd en onze handbagage wordt tot drie maal toe doorzocht. Blijkbaar werd een videokaart als een mes aangezien door de scanner. De vlucht zelf gaat vrij vlot. We stappen over in Milaan en we maken een tussenstop in Lagos (Nigeria). In totaal zijn we ongeveer twaalf uur onderweg.

Het is heel speciaal om opeens terug in Kotoka International Airport te staan. Het bord met de spreuk "Akwaaba" lacht ons verwelkomend toe. De rest voelt allemaal als routine aan: visum laten controleren, de bagage ophalen en (natuurlijk) geld wisselen.

Buiten staan twee glunderende kerels ons op te wachten. Er staat best wel een aantal mensen, iedereen probeert je een taxi aan te smeren of te helpen met de bagage, maar Mr. Desmond (van Sparkles) en Habib herkennen we meteen in de massa en we vliegen elkaar rond de nek. Desmond brengt ons met de auto naar Mandon Guest House van Mr. Ben. Vorig jaar heb ik daar ook met Els overnacht.

Desmond is momenteel in Accra omdat hij gehoopt had dat de lading computers (die NCS naar Ghana verscheept heeft) al zou zijn aangekomen, maar dat is spijtig genoeg niet het geval. Hij zal ons zaterdag met de auto naar Tamale brengen. Habib werkt nu voor de verenigde naties in Accra en woont dus niet meer in Sakasaka. Daardoor is zijn jongere broer Samiwu nu de huisoudste.

In de tuin van het guesthouse blijven we nog een paar uur bijbabbelen. Opeens neemt Habib mijn hand vast, hij had gezien dat er allemaal kleine wondjes zijn. Hij heeft natuurlijk nog nooit in de vrieskou rondgelopen :-)

Vrijdag 6 januari 2006

Vandaag hebben we een stukje door Accra gereden met Mr. Desmond. Hij stelt ons voor aan Kobby, een vriend van hem, en samen bezoeken we de University of Ghana. Vorig jaar heb ik wel al eens de University of Development Studies in Nyankpalah bezocht, maar dat is echt niets vergeleken met deze universiteit hier in Accra. Qua grootte doet het me zelfs eerder denken aan de Baylor University in Waco, Texas, waar ik ooit eens vijf weken summer school gevolgd heb. De campus is bijna een stad op zich. Dit is een mooi voorbeeld van de verschillen tussen het rijke zuiden en het arme noorden van Ghana.

Die middag zijn we uitgenodigd om te eten bij Kobby thuis. Onze eerste dag in Ghana en Eef en ik krijgen al meteen fufu met vissenkoppen voorgeschoteld. Zo een gastvrijheid kan je echter niet links laten liggen en ik probeer zo weinig mogelijk aan de vis te denken :-)

Die avond krijgen we nog eens bezoek van Habib. Hij krijgt geen vakantie van zijn baas om samen met ons naar Tamale te reizen, dat is best spijtig. Hopelijk vindt hij ergens een weekend de tijd om langs te komen. Mr. Desmond vertelt dat zijn schoonbroer hier een barretje heeft, dat grappig genoeg ook "Sparckles" gedoopt is, maar dan met een extra 'c'. Die avond gaan we daar samen iets drinken en Desmond trakteert met Star (zijn favoriete Ghanese bier) en allerlei Ghanese snacks. Eentje van die snacks is een (pikante!) worst op een stokje die we voor de gemakkelijkheid maar even a dick on a stick gedoopt hebben :-)

Zaterdag 7 januari 2006

Eindelijk reizen we af naar Tamale! Veel tijd om uit te slapen hebben we niet, om vijf uur gaat de wekker al af. Nog één keer genieten van een echte douche en dan vertrekken Desmond, Eef en ik met de auto. Het zal een rit van ongeveer tien uur worden. Vorig jaar heb ik al een aantal keer tussen Tamale en Accra gependeld, maar nog nooit heb ik zo comfortabel gezeten als in Desmond zijn Volkswagen.

In Kumasi (ongeveer halfweg) stoppen we. Desmond heeft een aantal spullen nodig voor zijn auto, dus bezoeken we een aantal garages en een tweedehands markt in autospullen. We pikken ook twee dochters (Kate en Millisent) van hem op die met ons meereizen naar Tamale.

Om acht uur 's avonds komen we eindelijk aan in Tamale. Net als vorig jaar is het blijkbaar weer lights off: de elektriciteit is uitgevallen. Desmond rijdt naar Sparkles waar we bij kaarslicht kunnen avondeten: yam hash! Ik probeer Samiwu te bellen om hem te vertellen dat we zijn aangekomen, maar ik krijg hem maar niet aan de lijn.

Na het eten rijden we naar Sakasaka. Wanneer Samiwu de auto ziet staan, rent hij naar ons toe en springt me letterlijk in de armen :-) Gafaru komt me oppikken en samen gaan we naar huis. Ik merk dat ik mijn toiletzak en beddengoed vergeten ben in de auto van Desmond, maar dat vraag ik hem morgen dan maar. Tijd voor een goede bucket shower.

Zondag 8 januari

Vandaag wordt ik al vroeg verwacht bij Anyass, een goede vriend van Gafaru, want hij gaat trouwen en ik ben uitgenodigd. Ik wil een beetje uitslapen, dus de trouw zelf zal ik missen, maar ik ben wel aanwezig op de receptie. Salim en Issah brengen me er naartoe.

Bij het huis van de ouders van Anyass zijn er een heleboel plastieken stoelen onder een afdak gezet. Ik kom een aantal oude bekenden tegen en leer weer wat nieuwe mensen kennen. Eigenlijk heb ik de hele middag gewoon rustig zitten babbelen met Salim en degenen die er af en toe bij kwamen zitten :-)

Die avond hebben we een vergadering met Mr. Mohammed, dus ik vertel mijn gastfamilie dat ik bij Sparkles zal eten. Het is een blij weerzien, maar spijtig genoeg herhaalt het lights off-scenario zich al weer.

Gafaru wacht me in het donker op en legt me uit dat Baba een nieuwe douche aan het installeren is in zijn deel van het huis. De badkamer waar ik vorig jaar gebruik van maakte, is niet meer toegankelijk, want die is namelijk weer verhuurd. Vandaag stroomt er water, dus kan ik meteen gebruik maken van de nieuwe douche. Heerlijke luxe :-)

Maandag 9 januari

Het is maandag, dus vandaag moet de school open. Mr. Mohammed had gisteren voorgesteld om ons een lift te geven, dus we rijden met z'n allen naar Nyohini. Het doet goed om ook die vertrouwde omgeving terug te zien en de kapstertjes (de buren van de school) zijn heel blij om ons terug te zien. Ook Efrim, de andere buur, een eierverkoper, is me niet vergeten.

Het straatbeeld zelf is wel wat veranderd: zo is het asfalt van de weg gehaald (het is nu een verharde zandweg geworden, dat rijdt een stuk vlotter dan al die gaten in het wegdek te moeten vermijden) en de goot is dichtgemaakt met cementblokken. We doen de school open en meteen stormen er een vijftal leerlingen binnen die meteen alles beginnen schoon te vegen. Eef en ik gaan kijken in het tweede leslokaal (dat nog niet gebruikt wordt). Het is duidelijk dat daar eens gepoetst moet worden, dus we halen de hele ruimte leeg en alles wordt proper gemaakt.

De rest van de voormiddag hou ik me bezig met hetgeen ons rest aan diskettes na te kijken. Baako en Mohammed Abdul-Aziz komen ons ook bezoeken en Baako helpt een handje mee. Ik heb ondertussen een twintigtal Ghaneesjes rond me verzameld en iedereen probeert op mijn schoot te kruipen.

Tussen de middag spring ik even bij NorGhaVo Office binnen. NorGhaVo is de Nederlandse organisatie die me vorig jaar in contact heeft gebracht met NCS. Mussah is aanwezig en ook hij weet nog wie ik ben :-) Hij laat me zien dat er post voor me is: een brief van de Gibsons uit Texas. Dat is een verrassing! Op de terugweg naar huis, wordt ik opeens door iemand geroepen. Het blijkt Razak te zijn, de broer van de fietsenmaker waar ik vorig jaar regelmatig bij op bezoek kwam. Ik vind het toch straf dat men mij nog herkent na al die witte vrijwilligers die de revue passeren :-)

's Namiddags ga ik weer naar Sakasaka voor het tweede deel van Anyass zijn huwelijk. Nu gaan we naar het huis van Anyass en zijn vrouw, waar iedereen al buiten zit. De traditie wilt dat de vrouw nu gesluierd aan alle gasten water komt aanbieden. Dat water kan dan "gekocht" worden voor een paar duizend cedis en uiteindelijk zal de vrouw naar haar echtgenoot gaan om ook aan hem het water te verkopen. Wat we echter niet verwacht hadden, is dat er ook een tweede, gesluierde vrouw water aan het verkopen is. Gelukkig wijst Abubakari (een andere vriend van Gafaru) me erop wie de juiste vrouw is zodat ik geen modderfiguur sla :-)

Hierna springt iedereen op een motor of in een auto. Het is nu de bedoeling om de verschillende huizen van de schoonouders te bezoeken. Het feest is zowel voor Anyass (en zijn vrouw) als voor diens broer, Isahaku, (en zijn vrouw), dus we gaan wel een tijdje rondrijden. Ik mag bij Abubakari op de motor en we hebben, ondanks het feit dat zijn Engels niet al te vlot is, de grootste lol.

Bij elke huis wordt er hardop geciteerd uit de Qua'aran. De bruidegom wandelt -gevolgd door zijn metgezellen- het huis binnen en knielt neer voor de vader of de moeder. Samen doen ze een gebed en op het einde kan de bruidegom een (symbolische) bruidschat overhandigen.

Thuisgekomen merk ik dat Michel terug is van zijn rit naar Bolga. Dit jaar ben ik namelijk niet de enige witte man in het huis van mijn familie. Michel is al wat langer hier en heeft een tijdje op de computerschool gewerkt.

Dinsdag 10 januari

Vandaag is het het begin van de tweede Sallah na de Ramadan: het offerfeest. Er wordt herdacht dat Ibrahim door Allah gevraagd werd om zijn eerstgeboren zoon te offeren. Volgens de christelijke en joodse overlevering was Isahaku de eerste zoon van Ibrahim, maar voor de moslims tellen ook Ishmael, de zoon van de Arabische slavin van Ibrahim, mee. Na dit verzoek wou Ibrahim zijn geloof bewijzen en zou inderdaad zijn zoon geofferd hebben, maar net op dat moment hield Allah hem tegen. Als beloning voor de vastberadenheid en het geloof van Ibrahim, mocht de zoon gespaard worden en werd er een schaap in de plaats geofferd.

Hier in Ghana wordt het offerfeest op twee dagen gevierd. Normaal gesproken volgen de Ghanese moslims de Libische leer en zou vandaag dus Sallah gevierd worden, maar een aantal (waaronder de bezoekers van de moskee in Sakasaka die ik vorig jaar bezocht heb) viert het morgen pas. Voor Samiwu komt dat goed uit want hij verteld me dat hij gisteren toch geen tijd had om zijn kleren te wassen :-)

Michel en ik gaan op bezoek bij Al-Hadj, een vriend van Gafaru die vandaag wel Sallah viert. Wij krijgen (samen met een schare vrienden) elk een mineral (frisdrank) en een grote kom rijst met vlees en stew voorgeschoteld. Ondertussen staat de televisie aan. We zien een hele groep kinderen allerlei Arabische gezangen voordragen en een aantal Ghanezen spelen het verhaal van het offerfeest na.

Al-Hadj vertelt ons ook over de Ka'aba in Mekka en het heilige water (Zamzam) dat daar te verkrijgen valt. Het verhaal wilt dat de bron van de Zamzam ontstaan is tijdens de geboorte van Isaak (of Ishmael?). In de buurt was er toen geen water te bekennen dat Abraham aan zijn vrouw en pasgeboren zoon zou kunnen geven. Toen de baby begon te wenen, of met zijn voeten te stampen - dat was me niet duidelijk uit het verhaal van Al-Hadj, kwam er spontaan water uit de grond.

In de namiddag gaan we naar de Hikmatu, de zus van Gafaru, en haar man Alhassan. Samen met onze zusjes Zuweera en Salima, nemen Michel en ik een taxi naar Savannah Road. Het is een zeer luxueus huis met een echt toilet, een grote woonkamer en een grote eettafel. In de tuin zijn ze een koe aan het offeren voor Sallah. Alhassan zit onder een grote boom, in de schaduw, met een paar gasten. Er worden stoelen en minerals voor ons gehaald.

Binnen zitten de kinderen op ons te wachten. Ik ken de broertjes Samid en Sahad nog van vorig jaar. "Very troublesome," had Gafaru me toen nog gewaarschuwd. De kinderen blijken na een jaar nog niets aan hun energie verloren te hebben :-) Ze springen de hele tijd rond, willen ons vanalles tonen en zetten steeds een nieuwe film op. Die namiddag hebben we wel zeker het eerste deel van vier verschillende films gezien.

Als Sallah-dinner krijgen we rijst met hotdog-worsten (gemaakt van kip, want moslims eten geen varkensvlees, maar het smaakt hetzelfde) en sla met wortels, champignons, olijven en ui. Klinkt als een rare combinatie, maar zo een stevige maaltijd doet echt wel goed. Als dessert is er zelfs aardbeienijs. De diepvries is echter stuk, dus het smaakt eerder als aardbeienmilkshake, maar toch, zoiets verwacht je toch niet in Ghana? De familie doet echt zijn best om het ons naar de zin te maken en ik vind het een zeer mooi huis, maar ik zit toch liever op het koertje van mijn compound of te kletsen met Samiwu.

Katali (aka Abdullah) Het kleine zusje van Nadra Nadra en haar zusje zijn samen aan het eten

Woensdag 11 januari

Vandaag is de tweede dag om Sallah te vieren. 's Morgens vroeg gaat de familie naar de moskee om te bidden en iets later wordt ons schaap ook geofferd. Ik heb eigenlijk geen zin om het dier te zien doodgaan, dus ik blijf liever in mijn kamer zitten. Michel vertelt me dat er buiten een gat in de grond werd gegraven waarboven men dan de keel van het schaap doorsnijdt. Tijdens het offer wordt er gebeden. In één haal wordt de luchtpijp, de halsslagader en de slokdarm doorgesneden. Het vlees dat te veel is voor de familie, wordt aan de armen gegeven.

Donderdag 12 januari

Dit jaar gaat het NCS een samenwerkingsproject starten met het Resource Centre for People With Disabilities (RCPWD). We gaan beginnen met computerlessen voor de blinden in Tamale. Ter voorbereiding hebben we vorig jaar Samiwu naar Accra gestuurd om daar een cursus te volgen aan het instituut Ghana Society for the Blind. Daar heeft hij geleerd hoe hij het best les kan geven aan bleven en hij heeft er nu zelfs een officieel certificaat gekregen!

Deze voormiddag zijn Mr. Mohammed, Eef, Samiwu, Irene (onze huidige lessencoördinator) en ik dan ook naar het Resource Centre hier in Tamale gegaan om hen in te lichten van onze vorderingen. Net zoals vorig jaar werden we vriendelijk ontvangen en gevraagd het gastenboek te tekenen.

"This is the year of action", verkondigt één van hun medewerkers. Hij laat ons het klaslokaaltje zien waar Samiwu kan beginnen les te geven zodra de lading computers in Tamale is aangekomen. Er moet wel nog eens schoongemaakt worden en een nieuwe laag verf kan ook geen kwaad, maar het ziet er voor de rest best leuk uit :-)

Vrijdag 13 januari

Eef krijgt eindelijk contact met de scheepvaartmaatschappij! De man aan de andere kant van de lijn bevestigt ons vermoeden dat er vertragingen zijn opgelopen door de feestdagen, maar hij verzekert ons dat de lading computers momenteel aangekomen zijn in Tema (de haven bij Accra). Nu moeten we alleen nog het papierwerk zien rond te krijgen en dan kunnen we de spullen naar Tamale vervoeren.

Sinds we gestart zijn met het project voor de blinden voor te bereiden, hebben we nog een aantal andere verzoeken binnengekregen. Zo is er ook een doveninstituut in Savelugu, een dorp dat zo een twintig minuten rijden buiten Tamale ligt. Het lijkt ons zeer interessant om ook samen met hen een project op te starten, maar de afstand en het communicatieprobleem vormen dan wel een groot probleem.

Niemand van ons kan gebarentaal, we bespreken dit probleem met het bestuur van het doveninstituut en we komen overeen dat -als we inderdaad een nieuw project zouden opstarten- we best de (niet-dove) leerkrachten van het instituut opleiden, zodat zij op hun beurt les kunnen geven aan de dove leerlingen.

Om het probleem van de afstand te verhelpen, kan er een gebouw binnen het instituut gebruikt worden. Voor de vrijwilliger(s) en/of medewerker(s) zal er ook slaapplaats, eten en drinken voorzien worden. Indien zij het nodig achten, zal er ook vervoer beschikbaar zijn. Klinkt toch prachtig? Als ik kon, zou ik me meteen als vrijwilliger opgeven. Ik zou heel graag wel een aantal weken willen meedraaien, een uitgelezen kans om met deze mensen samen te leven en stilaan wat gebarentaal bij te leren :-)

Wanneer ik 's nachts thuiskom, is het volle maan. Bij een buur brandt er nog licht buiten en daar zijn de buurtkinderen in het zand (er ligt hier geen asfalt op de weg) aan het spelen. Als ik vanaf mijn veranda naar buiten kijk, zie ik de schaduw van een grote palmboom naast de maan, prachtig! Spijtig dat ik zoiets niet op foto kan vastleggen.

Zaterdag 14 januari

Zuweera en Nadra zitten buiten met de bal te spelen. Over het binnenplein is er een waslijn gespannen en we proberen een beetje volleybal te spelen.

Mahmud (een vriend van de familie die me vorig jaar onderdak gegeven heeft in Accra) is ziek. Hij heeft een grote grijze vlek in de palm van zijn hand, volgens mij is het een schimmelinfectie. Hij heeft geen idee wat er mee te doen en komt me om raad vragen. Ik stel voor om samen naar een dokter te gaan.

Michel vertelt me over dokter Tania: hij heeft geneeskunde gestudeerd in Duitsland en heeft nu een praktijk in Kanvili (het gebied waar ook Desmond woont). Hij legt ons uit dat het een combinatie is van schimmel en bacteriën, en schrijft Mahmud een antibioticakuur voor en het gebruik van Daktacort. Leve Janssens Pharmaceutica :-)

's Middags ga ik op bezoek bij de familie Baah. Vorig jaar waren zij de gastfamilie van Anja, een Nederlandse vrijwilligster die samen met mij in Tamale gezeten heeft. Er zit niemand buiten, dus ik klop aan bij de woonkamer. Het dochtertje Stella herkent me toch meteen en mijnheer Baah begint weer meteen over zijn plannen met Tamale Polytechnic. Buiten de inrichting van de woonkamer is er dus toch niet veel veranderd :-)

Wanneer ik terug in Sakasaka aankom, merk ik dat Eef en Samiwu niet thuis zijn. Ik hoor dat ze op bezoek zijn bij Effi, één van onze vrijwilligsters die zeer ziek is geworden. Haar verzekeringsmaatschappij wil haar laten overvliegen naar Johannesburg (Zuid-Afrika) om haar daar te behandelen. Ik haast me dus naar het huis van haar gastfamilie om haar te bezoeken. Morgen vertrekt ze met een ambulancevlucht van Tamale naar Accra waar ze dan het vliegtuig naar Zuid-Afrika zal nemen. Effi is enorm verzwakt en kan amper op haar benen staan, vandaag zal ze moeten overnachten in het militair hospitaal van Kamina Barracks.

Die avond ga ik niet thuis eten omdat Desmond eend voor Eef, Samiwu en mij wilt klaarmaken. Desmond komt ons in Sakasaka ophalen en dan vertrekken we naar "Norrip Village". Miss Patience -een voormalige NorGhaVo-medewerkster- en Rashida -een mooie vrouw die we regelmatig bij Sparkles tegenkomen- zijn ook uitgenodigd.

Het wordt een leuke avond, we eten, drinken, praten en lachen. Er worden zelfs Juju-verhalen verteld: Miss Patience zweert dat in het dorp van haar moeder de doden weer tot leven komen en zelfs Samiwu doet er nog een schepje bovenop. Er komt een dronkeman bij ons zitten, Desmond noemt hem "Doctor Jesu" omdat hij telkens "Bless you!" zegt. De man heeft echt te veel gedronken en veel zinnigs komt er dus niet uit.

Om half elf brengt Desmond ons terug naar Sakasaka. Ik wandel naar huis, maar de deur is gesloten. Normaal gezien kan ik altijd wel bij iemand aankloppen, maar Issah is blijkbaar niet thuis. Ik wandel dus rond de compound en hoor dat de televisie nog aanstaat in Gafaru zijn kamer. Ik klop en klop, maar blijkbaar hoort hij me niet. Geïrriteerd beslis ik om naar Samiwu te gaan en daar onderdak te vragen.

Onderweg kom ik mijn mollige buurvrouw Deliah tegen, zij roept altijd "Wiem, Wiem" als ze me ziet en ik herken haar dus meteen. Ik doe haar het verhaal en kordaat neemt ze me bij de hand en trekt me terug naar Gafaru zijn raam. Zij klopt eens goed door en krijgt meteen gehoor. Blijkbaar draagt haar stem toch iets verder dan die van mij :-)

Zuweera Kinderen in de school Sella Jamaldeen

Zondag 15 januari

Ik ben teleurgesteld als er 's morgens geen stromend water is. Toen ik hier vorig jaar was, kregen we telkens op zondag stromend water. Tegenwoordig zijn er echter problemen met de bevoorrading, dus sinds kort krijgt Sakasaka pas 's maandags water. Het wordt dus weer een bucket shower deze ochtend.

Naar aloude gewoonte slaan Eef en ik deze zondag weer een voorraad ananas en bananen in voor het middageten :-) Geen ananas zo zoet als degene die je hier op straat kunt kopen! Op de achtergrond speelt Elvis' Aloha from Hawaii, Eef heeft de DVD meegebracht uit Nederland.

Vandaag hoop ik Faustina te bezoeken, een vriendin van Gafaru die in Kamina Barracks woont. Ze is daar leerkracht Catering voor de kinderen van de soldaten die in de kazerne wonen en heeft vorig jaar eens spaghetti voor me gemaakt. Haar zus Tina vertelt me echter dat "Fausti" niet thuis is. Ze is naar een outdooring ergens op het terrein, maar het duurt uren voor ze thuiskomt. Wanneer Tina een Nigeriaanse film wilt opzetten, vlucht ik het huis uit.

Wanneer ik 's avonds thuiskom, is er nog altijd geen stromend water. Mijn familie is zonder water gevallen, er is zelfs geen drinkwater meer. Gelukkig is er in de buurt nog een winkeltje open waar we een grote zak pure water kunnen kopen.

Maandag 16 januari

Vandaag staat er eigenlijk niets op het programma, today is going to be a lazy day. Samiwu, Eef en ik gaan dus rustig naar de school en hopen in te springen voor Effi die is ziek gevallen. Op school krijgen we echter telefoon van Desmond dat we ons klaar moeten maken, hij wil ons ergens mee naar toe nemen.

Desmond komt ons met de auto ophalen en brengt ons, samen met Mrs. Awada, naar Tamale Municipal Assembly. Mrs. Awada is een invloedrijke vrouw en wilt ons helpen met de lading computers die nog in de haven staan. Ze praat voor ons met regiohoofd van onderwijs (Mrs. Alexandra Sopiimeh) en legt haar uit dat de computers gebruikt zullen worden op onze school waar we gratis lesgeven aan de kinderen van Nyohini.

Het regiohoofd richt zich tot ons en zegt dat ze het een heel mooi initiatief vindt. Het spijtige van de zaak is dat ze zelf nog moet worstelen met een oude typemachine en we gooien het op een akkoordje: zij schrijft voor ons een brief om de douane milder te stemmen en wij kijken of een computer voor haar bureau kunnen missen. Schitterende deal! Deze maandag blijkt dus toch niet zo nutteloos als we eerst gedacht hadden.

In de namiddag gaan we op school samen zitten met Jamaldeen en Irene. Jamaldeen is onze tweede Ghanese trainee: we proberen hem op te leiden tot een vaste leerkracht voor onze school en dat lukt aardig :-) Een paar maanden terug zijn we een nieuw lesprogramma gestart en de eerste groep daarvan is nu bijna klaar. We gaan samen een paar examenvragen opstellen.

Dinsdag 17 januari

Via SMS laat Irene aan Eef en mij weten dat het lights off is in Nyohini. Als de stroom voortdurend uitvalt, is het natuurlijk moeilijk om een computerschool te runnen. We moeten dringend werk maken van een UPS, maar daar is momenteel geen budget voor. Iedereen die zich geroepen voelt, kan ons natuurlijk sponsoren :-)

Opeens valt ook bij Samiwu thuis de stroom uit. We vernemen dat de VRA (de plaatselijke elektriciteitsmaatschappij) een controleronde aan het doen is en iedereen afsluit die nog niet voldoende van de rekening heeft betaald. Dit staat echter los van de lights off in de computerschool, daar is er echt een defect.

Samiwu haast zich met de rekening en het geld naar het bureau van de VRA en binnen een uur hebben ze weer stroom bij hem thuis.

In de namiddag nodigt Desmond ons uit om het terrein van zijn project School for the Orphans, Needy and Priviliged (SORNEP) te bezoeken. Desmond is namelijk bezig met het bouwen van een school voor weeskinderen, de winst van zijn restaurant Sparkles gaat integraal naar het project.

Voor we naar Kanvili -daar is SORNEP gevestigd- gaan, pikken we nog een kandidaat-huurder op voor één van de beschikbare kamers in Desmond zijn huis. Het is een medewerker van het radiostation Diamond FM, Ricky genaamd. Ricky blijkt zeer bereisd te zijn en hij spreekt naast Engels ook vloeiend Frans en Spaans. We schakelen dan ook snel over naar die talen, een beetje oefening kan nooit kwaad en bovendien heeft zijn Engels een vreselijk Amerikaans accent.

Vorig jaar heb ik het bouwterrein met Ruud bezocht en de vorderingen zijn echt duidelijk te zien. Wat vorig jaar slechts een paar fundamenten waren, is momenteel al een gebouw met drie klaslokalen waar enkel nog meubilair voorzien moet worden. Eef maakt een aantal foto's om in Nederland actief naar sponsors te zoeken.

Wanneer ik 's avonds terug thuiskom, merk ik dat de VRA ook hier is langs geweest. Spijtig genoeg kan mijn familie de rekening (nog) niet betalen, dus we zitten nog altijd in het donker. Maar er is sowieso toch geen licht in de badkamer, dus we zijn hier al flink wat gewend :-)

Woensdag 18 januari

Gisteren hebben we contact kunnen opnemen met onze agent in Tema die voor onze zending computers zou zorgen. We hebben echter het gevoel dat deze man het allemaal niet zo serieus neemt en met onze voeten aan het rammelen is. De vergoeding die hij vraagt is schandalig hoog: 2500 euro, dat is meer dan de kost van het verzenden alleen.

Als bestuur voelen we ons enorm beledigd en daarom hebben we vandaag beslist dat ik zondagmorgen samen met Desmond en Mohammed zelf naar Accra ga om er de zaken persoonlijk te regelen. We zijn hier namelijk niet om één of andere profiteur te verrijken en het sociaal netwerk van Desmond en Mohammed moet groot genoeg zijn om om deze "agent" heen te werken.

Ik ben geen grote voorstander van de bureaucratie en zeker in Ghana heb ik hier bitter weinig kennis van, dus ik ben benieuwd wat we allemaal gaan tegenkomen in de hoofdstad. We hebben gelukkig de steun van het regiohoofd van onderwijs hier in Tamale, maar hopelijk moeten we daar niet te veel extra "gewicht" opleggen om onze doelstellingen kracht bij te zetten.

Eerlijk gezegd hadden we deze situatie voorzien, nog voor ons vertrek uit Europa, dus Eef en ik hebben toch al de nodige voorzorgen genomen. Wordt vervolgd...

In Sakasaka is het ook deze avond nog donker bij mijn thuis.

Donderdag 19 januari

Gisteravond zijn Eef en ik Doctor Jesu tegengekomen bij Sparkles. De man had weer veel te veel gedronken en verkondigde luid dat "The Guiness bottle" zijn vrouw is.

Desmond besloot hem naar huis te brengen en gaf ons ook meteen een lift naar Sakasaka. Ik had de eer om naast Jesu te mogen zitten. Die man stonk zo hard naar bier dat ik het raampje heb moeten opdraaien om verse lucht binnen te krijgen :-S

Met een jaar vertraging heb ik vandaag Jan zijn kaartje uit Girona gekregen :-) Ik moest er toch wel hard om lachen en hoop dat het al die tijd op het NorGhaVo-bureau in Tamale gelegen heeft. De post zal toch wel niet zo traag werken?

Thuis hebben we gelukkig weer elektriciteit. De overige huurders hebben eindelijk hun deel bijgedragen en nu heeft Gafaru dus de rekening kunnen betalen. Toch ga ik niet veel van het licht genieten en ga ik maar snel slapen.

Vrijdag 20 januari

Op de school in Nyohini is het lights off. Er moet toch wel ergens een persistent probleem zijn, want al de hele week zit de school in de voormiddag zonder stroom. We kunnen er zelf spijtig genoeg niets aan doen, dus ik ga op bezoek bij Tamale Polytechnic (T-Pol): de Ghanese tegenhanger van een Belgische Hogeschool.

Mr. Baah is docent Elektronica aan T-Pol en heeft me vorig jaar al uitgenodigd om eens een kijkje te komen nemen. Zaterdag heeft hij weer zitten aandringen. Het departement Computer Science gaat zich namelijk uitbreiden. Momenteel stelt de studie nog niet veel voor, het is meer een inleiding tot het gebruik van de computer en niet echt van hoger niveau dan hetgeen we bij NCS aanleren.

Voor het volgende academiejaar is er echter een nieuw gebouw in aanleg: men hoopt er een modern computerlokaal aan te leggen en meer (pure) informatica te geven. Spijtig genoeg is er personeelstekort: voorlopig heeft het departement uit drie docenten. Men hoopt voor september/oktober nog twee nieuwe krachten te vinden.

Wanneer ik 's namiddags terug naar Nyohini ga, blijkt er nog steeds geen elektriciteit te zijn. Verschrikkelijk... We blijven nog een paar uur wachten, maar wanneer het vier uur door is (en de laatste les al lang had moeten starten), geven we het op. Het heeft geen zin om nog langer voor de school te zitten, dan kunnen we maar beter naar huis gaan.

In de taxi zit ik met een Dagbani liedje in mijn hoofd. Jamaldeen was het deze namiddag de hele tijd aan het zingen en het gaat ongeveer zo: Afa Abdullah jangbeni baaj . Het betekent "Abdullah is door een leeuw gevangen" (of was het andersom?). "Afa" is gewoon een aanspreektitel in het Dagbani. Stiekem vraag ik me af of er eigenlijk wel leeuwen voorkomen in Ghana, maar het liedje is best wel leuk.

Zaterdag 21 januari

Morgen zal ik vroeg moeten opstaan, dus vandaag blijf ik lekker uitslapen: Let the body do the talking. Nu moet je je daar niet te veel voorstellen, door het dagritme en de hitte ben je om acht uur al weer klaarwakker, maar voor de Ghanezen is dat al enorm lui :-) De moslims staan hier namelijk al om vijf uur op voor het ochtendgebed en in de week moeten de meeste kinderen al om zes uur op school zijn.

...maar nu moet je niet denken dat je me hier mee kunt chanteren wanneer ik terug in België ben...

Ik kan maar beter wat kleren wassen zodat ik genoeg heb om een tijdje in Accra te blijven. Michel is dit weekend naar Mole en ik ben morgen ook weg, dat scheelt al heel wat waterverbruik voor de familie, dus ze vinden het niet erg dat ik vandaag een extra emmer neem voor mijn was.

Tijdens het schrobben zit ik met de melodie van droogkuis Mireille(?) in het hoofd :-) Mijn buur Issah komt ook even kijken en zegt al meteen goedkeurend: "you do it better than last year". Toch is Gafaru niet tevreden en hij neemt twee shorts van de waslijn om ze opnieuw te wassen.

Vorige week had ik Salima en Zuweera beloofd eens mee te gaan naar de EHBO-cursus die ze aan het volgen zijn, maar toen ben ik uiteindelijk op bezoek gegaan bij de familie Baah. Deze zaterdag heb ik wel tijd, dus om vier uur gaan we samen naar de basisschool van Sakasaka.

Zondag 22 januari

Om vier uur word ik wakker. Langs alle kanten hoor ik moskeeën de moslims oproepen voor het ochtendgebed. Mr. Desmond pikt me op bij het benzinestation en samen halen we Mohammed uit. Het is een hele rit naar Accra. Ik ben nog moe en val als een blok in slaap op de achterbank van de auto.

Wanneer ik terug wakker word, merk ik dat Desmond is tegengehouden door de politie. Normaal gezien moeten de Ghanese wagens een keuringsbewijs op hun voorruit kleven en Desmond had die sticker nog niet op de auto geplakt. Hij heeft hem gelukkig wel bij en kan ook de sticker van de verzekering laten zien. Toch blijft de agent vervelend doen en Desmond moet ook zijn rijbewijs tonen, maar alles blijkt in orde te zijn.

In Kumasi rusten we even uit. Mohammed maakt een opmerking over een andere auto. Hij legt me uit dat je aan de nummerplaat kunt zien waar en in welk jaar hij geregistreerd is geweest. De eerste twee karakters van een Ghanese nummerplaat zijn namelijk twee letters die voor de regio staan, dan volgt er een nummer en weer een letter. Die laatste letter duidt aan in welk jaar de auto geregistreerd is, dit jaar is dat de 'X' (dus als ik juist tel is men hier in 1983 mee begonnen). Het nummer is het volgnummer van de auto in die bepaalde regio van dat jaar.

Desmond heeft zijn wagen vorig jaar uit Tema gehaald en zijn nummerplaat is NR 262 W. Dat was dus de 262e wagen die in 2005 geregistreerd werd in de noordelijke regio. De auto waar Mohammed in Kumasi een opmerking over maakte heeft als nummerplaat AS 993 X, dus nu zien we dat er al minstens 993 wagens geregistreerd zijn in de Ashanti regio en 2006 is nog maar 22 dagen oud...

In de HUMO die ik meegebracht heb uit België (nummer 3409) lees ik een artikel over Alan Lomax en ik zit meteen met het liedje van Vera Hall in mijn hoofd: Ooh Lordy my trouble so hard. Ik heb enkel de versie van Moby, maar als iemand me het originele plaatje kan bezorgen, dan hoor ik het graag :-)

Er zijn nog al wat werkzaamheden op de baan en verschillende wegen zijn opengebroken of nog niet volledig geasfalteerd. De schokdempers worden dus danig op de proef gesteld. Deze stukken van de "weg" zijn enorm stoffig, zelfs de begroeiing langs de weg ziet rood van het opwaaiende zand, er is geen groen meer te bekennen.

Nog voor drie uur komen we aan in Accra. We hebben dus amper tijd verloren onderweg en Desmond heeft goed doorgereden. We stoppen bij 'Sparckles' van de schoonbroer van Desmond en eten er -net als de eerste vrijdag- geroosterd vlees.

We blijven logeren in het huis van de zus van Desmond in de wijk Adjirigano (bij Manor Valley). Zij is vrijdag naar Londen vertrokken, maar we mogen in haar huis blijven overnachten zolang we in Accra zijn. Het huis is echt groot en er zijn wc's en stromend water! Morgen beginnen we aan onze speurtocht in het Kafka-doolhof, Tema genaamd.

Maandag 23 januari

In Accra krijgt men ook maar één keer in de week stromend water. De zus van Desmond heeft echter twee grote waterreservoirs (eentje naast het huis en eentje op het dak) die telkens gevuld worden, dus we kunnen zonder probleem de hele week douchen. Heerlijk is dat :-)

Om acht uur gaan Desmond en ik Mohammed ophalen, hij verblijft bij zijn vriend Asari in Madina, niet ver van Adjirigano. Samen gaan we naar het bureau van de scheepvaartmaatschappij die onze computers vervoerd heeft. We willen namelijk de Bill of Lading (de vrachtbrief) ophalen zodat we de procedure in gang kunnen zetten.

Op het bureau weten ze echter van niets, er liggen geen papieren voor ons klaar. Desmond had deze morgen ook naar de agent gebeld die we hadden aangesteld om voor de lading te zorgen en ook hij had laten weten dat hij nog geen brief had ontvangen.

We worden doorgestuurd naar Antrak, een bedrijf in de haven zelf. Binnen is het lekker fris, maar er staat een enorme wachtrij. Wanneer we aan de beurt zijn, geeft Desmond zijn naam op, maar men kan niets vinden in de computer. Waarschijnlijk is er ergens een typefout ingeslopen. Via het containernummer kunnen we gelukkig de lading opsporen.

Antrak stuurt ons op zijn beurt door naar Thrutainers International. Zij zijn verantwoordelijk voor de lading zodra die aankomt (aangekomen is) in de haven. Thrutainers International ligt in de wijk "Community 5" van Tema, dus we springen weer de auto in.

Bij Thrutainers kunnen ze ons een kopie van de vrachtbrief geven. Uiteindelijk zullen we wel een originele brief nodig hebben om de computers uit te klaren, maar nu kunnen we toch al de procedure starten en proberen de computers door de douane te krijgen. Thrutainers weet ons te melden dat het schip al is aangekomen op 12 januari. In mijn ogen is de Nederlandse scheepvaartmaatschappij enorm nalatig geweest en had de vrachtbrief hier al lang moeten zijn.

Met de kopie van de vrachtbrief gaan we terug naar Antrak. We hopen via-via te weten te komen hoe we de computers kostenloos door de douane kunnen krijgen. De computers behoren toe aan een NGO (met name NCS) en zijn voor educatief gebruik, dus officieel moet er geen belasting op betaald worden. Maar we weten ondertussen al lang dat in Ghana niet alles altijd volgens de regels verloopt.

Bij Antrak brengen ze ons in contact met een agent, maar hij is momenteel niet in Tema. Morgen zullen we dus extra informatie proberen in te winnen bij het Ministerie van Onderwijs en kijken of de brief van Mrs. Sopiimeh (Metropolitan Director of Education, Tamale) doeltreffend genoeg is.

Dinsdag 24 januari

De neef van Desmond, Mr. Ayana, kan ons helpen met contacten op het Ministerie van Onderwijs. Hij is een druk bezet man, we proberen hem de hele dag te pakken te krijgen, maar het wordt toch al snel weer vijf uur en dan kunnen we hem beter bij zijn thuis opwachten.

Desmond legt hem de situatie uit en geeft hem de nodige documentatie, waaronder de brief van Mrs. Sopiimeh (Metropolitan Director of Education, Tamale). Ayana vraagt of we morgenmiddag in de buurt van het ministerie kunnen zijn, zodat we -indien nodig- meer tekst en uitleg kunnen geven.

Woensdag 25 januari

Op het bureau van de scheepvaartmaatschappij krijgen we een fax uit Nederland: (alweer) een kopie van de vrachtbrief en een brief die uitlegt dat wij de computers mogen uitklaren met deze kopie in plaats van met de oorspronkelijke Bill of Lading. Hopelijk brengt ons dat weer een stukje dichterbij.

's Middags ontmoeten we Ayana. Hij legt ons uit dat het Ministerie van Onderwijs een brief zal schrijven. Deze brief moeten we dan doorgeven aan het Ministerie van Financiën, in de hoop dat de belastingdienst dan de VAT laat vallen.

In Tema gaan we weer op bezoek bij Thrutainers International. Zij verzekeren ons dat we met de fax uit Nederland de goederen wel kunnen uitklaren. Dat is dan ook al weer opgelost. Eén van de medewerksters stuurt ons ook door naar een agente -Mrs. Benedicta- die ons verder kan helpen met het havengebeuren.

Benedicta maakt voor ons een voorlopige offerte aan. Op een aantal punten kan ze nog niet antwoorden, daarvoor heeft ze -hoe kan het ook anders- weer een aantal andere paperassen nodig :-S

Al bij al zijn we vandaag toch met grote stappen vooruit gekomen. Benedicta komt al een stuk betrouwbaarder over dan onze vorige agent en de correspondentie binnen de ministeries is dankzij Ayana ook al in gang gezet.

Donderdag 25 januari

Sena, het dienstmeisje in het huis van de zus van Desmond, zorgt goed voor ons. Elke dag staat er eten op tafel met verse groenten, iets waar ik in Tamale slechts van kan dromen :-) Vandaag zit ze zelfs onze kleren te wassen. Eerlijk gezegd komt dat wel goed uit: ik was er niet op voorbereid dat we zo veel dagen in Accra zouden blijven en ik heb maar één handdoek bij.

Als ze in de keuken staat, roept ze me er regelmatig bij. Ze is erachter gekomen dat ik niet weet hoe men yam klaarmaakt, dus nu probeert ze me wat Ghanese kookkunst bij te brengen.

Voor de lading computers kunnen we vandaag spijtig genoeg niet veel doen. Het blijft wachten op een bericht van de ministeries voor we naar de douane kunnen stappen en de rest van de procedure in gang laten zetten.

's Avonds krijgen we Ayana aan de lijn. Hij laat ons weten dat we morgen de brief kunnen afhalen bij het Ministerie van Onderwijs. Daarna moeten we ermee naar het Ministerie van Financiën gaan en ook hen laten tekenen.

Vrijdag 27 januari

Om twee uur 's nachts schiet ik wakker. Er kruipen allemaal mieren over mijn armen. Nu zijn er best aangenamere manieren om wakker te worden, maar deze is best wel doeltreffend... Ik spring recht, sla de beestjes van me af en schud mijn deken uit. Het is moeilijk om daarna terug in te slapen, telkens denk ik wel weer een miertje te voelen :-S

Tegen de middag belt de Ayana. De Minister van Onderwijs is niet aanwezig, maar iemand anders heeft in zijn naam getekend. De papieren zijn nu dus onderweg naar het Ministerie van Financiën. Ik wou dat we dit proces wat konden versnellen, maar het ligt nu allemaal in de handen van de bureaucraten. Het duimendraaien dat daarbij gepaard gaat, is enorm frustrerend. Om toch iets nuttigs te doen, springen we in de auto, richting Tema. We nemen Benedicta als agent en betalen alvast 2 miljoen cedis om ook die procedure in gang te zetten.

's Avonds bezoeken we een vriendin van Mohammed in het Zenith College, dat achter Trade Fair ligt. Het is een mollige jongedame die samen met een Nigeriaanse vriendin op een studentenkamer woont. Ze legt een CD met Latijnse deuntjes op en vertelt me dat ze geleerd heeft Salsa te dansen. Nu, dat wou ik wel eens zien en ze doet het nog heel aardig ook :-) Sena is ook meegekomen, maar zij vindt de muziek maar niets.

Op de terugweg gooien we eerst Mohammed af in Madina. Als we Adjirigano naderen, passeren we tot twee maal toe een politiecontrole. Sena was op de achterbank in slaap gevallen en bij de eerste controle, doet men ons meteen stoppen. Normaal is een glimlachende Ohbroni (witte man) genoeg om door een wegversperring te geraken, maar deze keer wordt er gretig met de zaklamp naar binnen geschenen: "Wake the girl up!". Zodra Sena weer recht gaat zitten, is alles gelukkig in orde.

Zaterdag 28 januari

Vandaag hebben we echt niks gedaan. Het weekend is begonnen en nu werkt er toch niemand op de ministeries. Eerlijk gezegd heb ik me vandaag zelfs verveeld. Het is echt frustrerend dat het allemaal zo traag gaat. Alles is uit handen gegeven en we kunnen zelf voorlopig niets doen, enkel wachten tot de papieren in orde zijn.

Niks te melden dus.

Normaal gingen we vandaag op bezoek bij de moeder van Sena, maar Sena werd opeens ziek. Ze is koortsig en heeft hoofdpijn. Desmond is zijn auto laten nakijken omdat die rare geluiden maakte. De voorste bumper bleek een beetje los te hangen. En ikzelf heb een beetje rondgewandeld in de buurt, maar dat gaat ook al snel vervelen als je nergens naar toe moet.

Zondag 29 januari

Vandaag zitten we al een hele week in Accra, *zucht*.

Deze ochtend komt er een oudere vrouw op bezoek: Cassandra Aisha. Ze is een vriendin van Desmond. Het is prachtig om haar te horen praten, ze is blijkbaar enorm politiek geëngageerd en haar Engels is zeer geraffineerd. Samen gaan we op bezoek bij Ayana.

Ayana en Cassandra praten over allerlei thema's die spelen in Ghana. Beiden zijn ze van het noordelijke deel van Ghana afkomstig, en -alhoewel ze vrij tevreden zijn met de huidige regering- vinden dat het Noorden gediscrimineerd en achteruitgesteld wordt. Het is zeer interessant om te volgen, ik heb het gevoel dat de gesprekken een stuk genuanceerder zijn dan de artikels die je hier in de kranten leest. Zo goed als elke krant is namelijk ofwel pro-NDC, ofwel pro-NPP, ofwel gewoon een roddelkrantje over allerlei schandalen.

Ik leer dat Ayana een stichtend lid is van een Ghanese afdeling van een bekende service club. Nu moet ik eerlijk zijn en zeggen dat ik die service clubs meestal groeperingen van arrogante opportunisten vind. Ik heb niet lang als hulpkelnertje gewerkt, maar heb toch genoeg "vergaderingen" meegemaakt om in mijn vooroordelen gesterkt te zijn. Ayana geeft echter de indruk het echt uit idealisme te doen en dat waardeer ik enorm.

Samen met een aantal welgestelde inwoners van Accra hoopt hij een organisatie te vormen die studiebeurzen en onderdak verlenen aan de minder gefortuneerde studenten uit het noorden. Hij en Cassandra leren me namelijk dat studenten gediscrimineerd worden, gewoon omdat ze uit het Noorden komen.

Ze maken minder kans op toelating tot verdere studies aan de betere universiteiten in het zuiden van het land. Hierdoor blijft de ontwikkeling van de noordelijke regio's achterstaan. Door het Noorden van meer onderrichte mensen te voorzien, zal de ontwikkeling van de regio profiteren. Het is een langzaam proces, maar het zal wel duurzame resultaten leveren.

Opeens vallen er een aantal krasse, radicale uitspraken over het feit dat de bestuurders van de noordelijke regio's allemaal op hun bureau hier in Accra zitten en geen flauw idee hebben van de echte situatie in Tamale:

"Ze zijn enorm verwaand en egoïstisch geworden, ze verstaan niet meer dat er samengewerkt moet worden om tot oplossingen te komen. In plaats van in gesprek te gaan, zien ze elkaar als concurrenten. Ze zitten al zo lang op hun stoel in hun kantoor dat ze de voeling met de bevolking verloren zijn en denken enkel nog aan hun eigen maag."

"Scheer hun haar! Net zoals in het leger: iedereen weer gelijk. Dat zal hun voeten terug op de grond zetten en hun misplaatste trots terugdringen. Breng ze daarna allemaal naar de Central Mosk, zodat iedereen kan zien dat ook zij maar mensen zijn."

"Ze zouden allemaal in één kamer opgesloten moeten worden, een week aan een stuk. Geef ze voldoende en goed te eten, maar geen telefoon of GSM, ze moeten in dezelfde kamer blijven zitten zonder contact met de buitenwereld. Dán zal er wél fatsoenlijk gepraat en gediscussieerd worden over belangrijke zaken en komen er ten minste afdoende oplossingen."

Zulke praat zint mij natuurlijk wel :-)

Maandag 30 januari

Vandaag hebben we een afspraak op het Ministerie van Financiën. Net als we in de (ochtend)file richting het centrum zitten, krijgen we telefoon van Ayana. Onze brief ligt wel op het bureau van het head of office, maar hijzelf zit vandaag in één of andere workshop en heeft geen tijd voor ons. Weer een dag vertraging dus :-S

Sinds we in Accra zitten, heb ik mijn mail niet meer nagekeken. Acht dagen, toch wel een knappe prestatie voor een nerdje van mijn kaliber :-) Omdat we deze namiddag verder toch niets anders kunnen doen, beslis ik om in Adjirigano op zoek te gaan naar een internetcafé.

Alles blijkt gesloten te zijn. Eén café is open, maar net daar heeft men serverproblemen. Ik had me toch wel verheugd op wat nieuws van het thuisfront, dus ik ben best wel teleurgesteld. Een voorbijganger stuurt me door naar het huis van de eigenaar van dit café.

De man blijkt thuis te zijn en geeft me gewoon toegang tot zijn privé-verbinding in een klein kantoortje van zijn huis. Hij heet Seth en is een rijke, bereisde predikant. Om de hoge kostprijs van zijn internetverbinding wat te recupereren, heeft hij gewoon een netwerkkabel doorgetrokken naar zijn café :-) Voor ik het weet krijg ik zelfs een fles limonade in mijn handen gedrukt.

Seth was net aan het proberen foto's van een religieus congres in te scannen om door te mailen naar collega's, toen ik kwam aankloppen. Ik help hem en zijn neefje Chris met het bewerken van de foto's en Seth is maar al te blij om mij mijn post te laten nakijken. Maar net dan valt de verbinding weg. We wachten nog een tijdje en Seth vertelt over zijn vrouw Tina en zijn kinderen die in de Verenigde Staten wonen. Zelf pendelt hij vier keer per jaar tussen de VS en Ghana.

Het begint echter al laat te worden en ik wil toch liever niet in het donker door Accra dwalen. Seth nodigt me alvast uit om een andere dag terug te komen en opnieuw te proberen. Chris wandelt nog een stukje met me mee, dit "I will walk you out"-gebeuren is volgens mij typisch Afrikaans en heel vriendelijk :-)

Wanneer ik thuis kom, is het net donker geworden. Ik krijg gelukkig de poort open, dus dan hoef ik Sena niet te roepen. Wanneer Desmond me ziet, vertelt hij me dat hij net in zijn auto wou stappen om mij te gaan zoeken. Hij had Red, de huisknecht, al gestuurd om te kijken waarom ik zo lang wegbleef en Red had net gebeld dat hij me nergens kon vinden. Goed dat Desmond nog niet vertrokken was, want ik denk niet dat hij me bij Seth zou zoeken en dan had ik nu voor een gesloten deur gestaan :-S

Maar goed, iets later komt Red met zijn fiets aan. We zitten nog een tijdje samen buiten op het terras kokosnoot te eten voor we gaan slapen. Desmond leert me allemaal "vettige praat" in het Twi, in plaats van mij iets fatsoenlijk bij te brengen, de smeerlap :-)

Dinsdag 31 januari

Vandaag is het echt een baaldag! Deze morgen krijgen we te horen dat ons verzoek nog altijd vastzit bij het Ministerie van Onderwijs, Financiën heeft nog altijd geen goedkeuring van hen gekregen. Wanneer we ter plaatse komen, worden we van het ene kantoor naar het andere gestuurd. Onze brief blijkt nergens te bespeuren en de ene beschuldigt de ander van nalatigheid.

Dit is echt enorm frustrerend, niemand kan ons vertellen wat er aan de hand is en telkens wordt ons verzocht om "even" te wachten. Na een tijd zijn we het zo ontzettend beu dat we durven wat druk te zetten. Onze brief blijkt echt verloren te zijn. Wegens het grote aantal computers dat vrijgesteld zou moeten worden van invoerbelasting, durfde niemand te tekenen en is de brief steeds in hogere kringen beland.

Uiteindelijk had een stagaire (in Ghana kun je kiezen tussen legerdienst of een soort Civil Service) onze brief per ongeluk aan het verzoek van een school uit Cape Coast geniet en toen is het verzoek voor díe school goedgekeurd geweest. Resultaat is wel dat samen met dat verzoek ook onze brief uit het ministerie verdwenen is.

Ik ben razend, het kost me echt moeite om mijn geduld te bewaren. Hebben we daar een hele week voor in Accra gezeten? Gelukkig had Desmond kopies gemaakt van de brief en kunnen we die aan de secretaresse van de adviseur geven. De adviseur zelf is natuurlijk afwezig omdat hij in vergadering zit. In één moeite door maak ik ook maar een handgeschreven lijst van de scholen die ten goede komen bij onze donatie. Met de namen van die scholen en instituten, hoop ik de dringendheid van de zaak te benadrukken.

Natuurlijk wordt ons verzocht om morgen terug te komen. Aaargh...

Woensdag 1 februari

De volgende dag is onze brief nog altijd niet ondertekend. Dit ministerie is echt een labyrint van kantoortjes en we hebben het gevoel dat we al overal eens binnen geweest zijn. Ik versta dat ons verzoek onderzocht moet worden, 93 computers het land in willen voeren zonder BTW te moeten betalen, daar moet naar gekeken worden. Maar een week is toch echt wel te gek.

Onze scheepvaartmaatschappij heeft al drie weken van mijn vakantie verspild en dit ministerie heeft nu ook al een volledige week nodig om onze brief te lezen. Onze tijd begint te dringen als ik de computers nog wil installeren in Tamale.

Wanneer we voor de zoveelste keer een kantoortje worden binnengestuurd en ons probleem aan de zoveelste secretaresse opnieuw moeten uitleggen, is de maat vol. We blijven naast de ambtenaar zitten totdat hij een brief voor ons heeft opgesteld. Met die brief stappen we zelf naar een Chief-Director.

Deze blijkt echter een zeer sympathiek man te zijn en hij begrijpt onze situatie. Hij is zelfs heel blij met ons initiatief en schrijft ter plekke een aanbevelingsbrief waarmee we dan eindelijk naar het Ministerie van Financiën kunnen gaan. Het is echter te laat omdat vandaag nog te doen, maar morgen is er een nieuwe dag.

Gisteren hadden we alle moed verloren, alles bleek mis te gaan. Vandaag zijn we dus enorm euforisch dat we eindelijk het bureaucratisch gedrocht van dit ministerie verslagen hebben. Hopelijk gaat het bij de volgende instanties vlotter.

Donderdag 2 februari

Bij Onderwijs moesten er allerlei adviseurs geraadpleegd worden om het voorstel goed te keuren. Maar met de goedkeuring van een ministerie, kan de bal eindelijk beginnen rollen. We hoeven dus geen omwegen te maken bij Financiën en we krijgen maar één kantoor te zien.

Desalniettemin wordt het toch een paar uur gespannen wachten, maar net na de middag is de Special Advisor al klaar met ons verzoek. Hij heeft een brief voor VAT (de belastingdienst) en een brief voor CEPS (de douanedienst) opgesteld. Wij krijgen een kopie in handen en morgen zal men die brieven samen met alle andere verzoeken van vandaag doorsturen naar de benodigde instanties.

Gisteravond kreeg ik nog een dringend telefoontje van Eef. Bij je aankomst in Ghana, krijg je namelijk een stempel op je paspoort. Die stempel duidt aan hoe lang je verblijfsvergunning in eerste instantie geldig is, ongeacht het aantal dagen dat verleend is in de ambassade in Brussel. Vorig jaar kreeg ik een stempel van zestig dagen en daarna moest ik mijn visum dus verlengen.

Nu blijkt dat er twee soorten stempels zijn: één van dertig, en één van zestig dagen. Dit wisten we niet en we hadden er op de luchthaven niet opgelet. Eef zijn blijkt in orde te zijn (hij heeft een stempel van zestig dagen), maar mijn stempel is zo goed als onleesbaar. Als het een stempel van maar dertig dagen is, dan moet ik die nu toch wel gaan verlengen.

Deze middag bel ik dus naar het Belgisch consulaat. Tot mijn verbijstering wil men mij daar alleen in het Engels te woord staan. Volgens mij is dat toch niet correct. Maar goed, ze kunnen me niet meteen duidelijkheid over mijn stempel geven en wijzen me door naar de immigratiedienst.

Al bij al duurt het langer om de immigratiedienst te vinden dan om de gevraagde informatie te krijgen. We hebben veel rondjes moeten rijden voordat we eindelijk de juiste zijweg van Independance Avenue gelokaliseerd hadden. Eenmaal binnen ben ik niet verder geraakt dan de receptie, want de vrouw achter de balie kon me in één oogwenk vertellen dat ook ik een stempel van zestig dagen heb.

Dat is dus ook opgelost :-)

Vrijdag 3 februari

Vandaag wordt het weer een dag van geduld en doorzettingsvermogen. We zijn al vroeg bij de belastingdienst, maar de brief van Financiën is nog niet aangekomen. We nemen de tijd om ons verhaal weer uit de doeken te doen, maar de woordvoerder houdt voet bij stuk dat de toestemming niet voor maandag gegeven kan worden.

Om kwart voor elf komt ons verzoek officieel binnen. Men probeert ons naar huis te sturen met de geruststelling dat eraan gewerkt wordt. Maar we blijven koppig bij de receptie zitten. Desmond is gewoon woedend, hij zegt al uren niets meer. Ik heb van de vorige dagen geleerd en heb simpelweg een boek meegebracht.

Mohammed gaat regelmatig even bij de kantoren kijken of er al aan onze brief gewerkt wordt. Dit zet wel wat kwaad bloed bij sommige ambtenaren, maar ik denk dat het toch geen slecht idee is om ze wat achter de veren te zitten. Mohammed kijkt me koeltjes aan en zegt nadrukkelijk "Out of sight, out of mind".

's Middags gaan we om de beurt eten zodat er telkens twee van ons groepje aanwezig zijn als er vragen zouden komen.

Het wordt vier uur. Net als we de moed beginnen op te geven, worden we bij de Assistant Commissioner geroepen. Zonder een woord uitleg krijgen we door een norse secretaresse een brief voor de douane in handen gedrukt. Ik kan maar nipt een vreugdekreet onderdrukken :-)

We haasten ons naar CEPS. Die dienst is nog een uurtje open en hopelijk kunnen we de brief nog op het juiste kantoor binnenbrengen om het maandag te laten verwerken. Het gebouw waar CEPS gehuisvest is, is echt imposant. Het is wit en koel blauw geschilderd en heeft een mooie, proper gehouden binnenplein.

De receptie heeft gelukkig de nodige papieren van Financiën ontvangen. We worden naar een kantoor doorgewezen. Daar zit een bediende gewoon op zijn bureau banku te eten en hij gebaart dat ik de papieren maar op zijn tafel moet neerleggen. Zonder er naar te kijken zegt hij dat we dinsdag maar eens moeten langskomen.

Daar gaan we dus weer. Rustig leggen we onze situatie uit, maar de man heeft er geen oren naar. Een medewerkster van hem die in hetzelfde kantoor zit, wijst ons gelukkig door naar hun overste.

Nadat we bij de Chief Collector of Customs onze uitleg hebben gedaan, worden we verzocht buiten te wachten. Nog voor vijf uur is onze brief klaar! En dan te bedenken dat we een paar uur geleden gedeprimeerd zaten te wachten bij de belastingsdienst :-)

We krijgen een kopie van alle papieren, maar CEPS moet zelf maandagochtend de nodige zaken doorsturen naar de haven in Tema. Maandagochtend kunnen we dus met het uitklaren beginnen, ik kan al niet wachten :-) Daarna moeten we nog vervoer voor de computers naar Tamale regelen en hopelijk zijn we woensdag of donderdag ter plaatse, dan heb ik nog een kleine week om zo veel mogelijk te installeren.

Zaterdag 4 februari

Na de stress van afgelopen week nemen we nu een weekendje rust. Voor de computers kunnen we toch niets doen totdat de documenten van CEPS in Tema zijn aangekomen.

Ik trakteer me zelf op een voormiddag onder de palmbomen in de tuin van ons huis in Adjirigano. Op de achtergrond speelt de cd van Bob Marley die Desmond heeft meegebracht uit Tamale.

In de namiddag kijk ik naar een Hindu-movie met Sena en we komen pas 's avonds het huis uit om in een restaurantje wat kip te kopen :-)

Zondag 5 februari

Zzz...

Maandag 6 februari

's Morgens vroeg gaan we naar Benedicta, onze agente in Tema. Ze stelt voor ons de nodige papieren op, maar kan spijtig genoeg niets voor ons doen vandaag. Het is maandag en dat is de dag dat wekelijks de nieuwe koers van de cedi berekend wordt. Dit heeft als gevolg dat elke schatting op de "waarde" van de computers (we moeten namelijk 1% processing fee betalen) geweigerd zal worden.

De waarde van de computers moeten we namelijk in euro's schatten (want de computers komen nu eenmaal uit Europa), maar we moeten de douane per overschrijving in cedi's betalen. Tegen dat de nieuwe wisselkoers bekend is, zijn de banken al gesloten en kunnen we dus geen overschrijving meer maken. Je moet het maar weten :-S

Dan kunnen we maar best al een vrachtwagen vinden die onze computers (eenmaal ze uitgeklaard zijn) naar Tamale kan vervoeren. De prijs die ze vragen is echter veel meer dan we geschat hadden, het eerste aanbod is 12 miljoen cedis (iets meer dan 1.100 euro).

Dinsdag 7 februari

Vandaag is er al beter nieuws. Onze agent ziet er geen problemen in om morgen de goederen uit te klaren. Morgen zal de lading dus geïnspecteerd worden en dan kunnen we de vrachtwagen laden. Daar zijn we gerust een hele tijd mee bezig. We verwachten om donderdagochtend naar Tamale te vertrekken.

Gisteren heeft Mohammed nog wat contacten kunnen leggen. De meeste chauffeurs blijven toch hoge prijzen vragen, de aanbiedingen van gisteren waren dus toch vrij normale prijzen. Gelukkig vinden we iemand die het voor een schappelijkere prijs wil doen.

Woensdag 8 februari

Vandaag zijn we al vroeg naar Tema vertrokken. Het is lang wachten op Benedicta, maar het blijkt dat een medewerker (Sam) al in de haven het papierwerk voor ons aan het regelen is. Zodra hij terug is, krijgen we van hem elk een toegangsbewijs.

Binnen de haven is het enorm druk, het is een aan- en afrijden van vrachtwagens. Bij CFS, waar de geïmporteerde goederen gecontroleerd worden, is het een aantal uren wachten voor we aan de beurt zijn. De douane-beambte is enorm vriendelijk, maar hij onderwerpt ons wel aan een volledige controle: alle zeven de dozen worden open gedaan, leeggehaald en terug dichtgemaakt. Telkens legt hij me tot drie maal toe uit wat hij gaat doen en vraagt dan nadrukkelijk "You understand?".

Gelukkig worden er geen problemen gemeld en kunnen we gewoon beschikken. De chauffeur die we hebben ingehuurd, is ook gearriveerd. Met een vorkheftruck worden de dozen in de vrachtwagen geladen en daarna duwen een aantal omstaanders de dozen één voor één (mét pallet) dieper de laadbak in. Toch wel een serieuze krachttoer.

Ik ben zo ontzettend blij dat ik denk dat we er nu gewoon van af zijn, maar merk ik dat onze vrachtwagen in een enorme file moet aanschuiven om de haven uit te mogen. We maken ons zorgen of de vrachtwagen vandaag de haven nog wel uitkan, het is ten slotte al vier uur, maar deze controle gaat gelukkig vrij vlot: een uur later staat de vrachtwagen al bij Thrutainers.

Daar merken we dat Dina al sinds één uur op ons staat te wachten. Zij was twee jaar geleden een serveerster in het restaurant van Desmond, maar woont nu in Tema om verder te studeren. Dina heeft momenteel vakantie en zal met ons mee naar Tamale rijden om haar familie te bezoeken.

Mohammed gaat met de vrachtwagen mee naar Tamale. Desmond, Dina en ik stappen in de auto en uitgelaten rijden we naar Adjirigano om een nachtje te slapen voor we (eindelijk!) terug naar het noorden trekken.

Donderdag 9 februari

Om vier uur 's morgens beginnen we ons al klaar te maken. Accra is namelijk één grote traffic jam en we willen de files voor zijn. Tegen zes uur laten we dan eindelijk de hoofdstad achter ons. We hadden gedacht om hoogstens drie dagen te moeten blijven, maar uiteindelijk hebben we hier bijna drie weken onze broek gesleten.

Onderweg zien we verschrikkelijk veel verkeersongevallen. Nu moet ik wel zeggen dat Ghanezen (vergeleken met thuis) vrij roekeloos rijden, maar ik heb (gelukkig) nog niet veel ongelukken gezien. Desmond maakt zich ook voortdurend zorgen en bij ieder raar geluid dat de auto maakt, wil hij zeker zijn dat er niets mis is. Zo schroeft hij onderweg wel drie keer de velgen op de wielen weer goed vast. Op een gegeven moment laat de toeter het afweten en dat is hier net het meest gebruikte onderdeel van een wagen, je kan je de bezorgdheid dus wel voorstellen :-)

Edited with gVim Viewable With Any Browser Valid XHTML 1.0! Valid CSS!