Ghana 2007
Maandag 18 juni 2007
De reis is niet echt vlotjes verlopen, vrijdag hebben we de hele dag vastgezeten in Milaan. We zijn namelijk vertrokken met Alitalia, we zouden van Schiphol naar Milaan vliegen en dan overstappen op een vlucht naar Lagos en Accra. Bij die tussenlanding ging het dus mis. Toen we Milaan naderden kregen we eerst een hele uitleg in het Italiaans en daarna in gebrekkig Engels iets à la "Ladies gentlemen, captain speak here. Problem landing, flying in circles, kgggzzzzz".
Geen touw aan vast te knopen maar het was dus duidelijk dat we niet meteen konden landen. De piloot is dan doorgevlogen na een naburige luchthaven om daar te landen. Torino, als ik me niet vergis.
Cha-os natuurlijk, want de helft van het vliegtuig moest ergens overstappen in Milaan. We werden niet geïnformeerd maar bijna aan ons lot overgelaten. Na heel veel zeuren en wachten kregen we te horen dat er een bus zou voorzien worden die ons alsnog naar Milaan zou brengen, 150 kilometer verderop. We waren natuurlijk al veel te laat dus we konden enkel hopen dat onze vlucht naar Accra ook vertraging had.
In Milaan was het eigenlijk niet veel beter. De bus stopte gewoon aan de aankomsthal van de luchthaven en niemand kon ons informatie geven, we werden er gewoon gedropt en iedereen zwermde naar binnen. Dan maar zelf naar een informatiepunt lopen en het hele verhaal opnieuw doen. Krijgen we doodleuk te horen dat we maar naar balie 2 moesten gaan.
Ok, wat een rij mensen dat daar stond, dat hou je je echt niet voor mogelijk, een hele sporthal vol en wij konden ergens achteraan aanschuiven. Er leek ook geen beweging in te komen. We hebben zeker van 15u tot 22u in de rij gestaan voor we aan de beurt waren en kregen een bon voor een hotel met eten en een ticket voor morgen. "Joepie"
Om die bon te mogen gebruiken... stond er een rij bij een andere balie... Gelukkig ging het daar vlotter en ik denk dat we tegen middernacht in een hotel aangekomen zijn. Buiten het eten geen enkele klacht over dat hotel: heerlijk geslapen en een luxe douche (ik werd natgespoten van kanten die ik nog niet eens kende, ha).
We zijn dus pas zaterdagnacht in Ghana aangekomen. Heel veel gedoe en niemand heeft ons uitgelegd waarom er nu zo een problemen waren in Milaan. Viavia kregen we te horen dat er één of andere windhoos zich boven Milaan bevond en dat het daardoor onbereikbaar was geworden voor tal van vluchten.
De broertjes Samiwu en Habib stonden ons op te wachten. Over een blij weerzien gesproken :-) Habib woont in Accra, hij werkt voor de VN en moest de volgende dag vroeg naar Burkina Faso vertrekken, maar wou toch eerst alles voor ons geregeld hebben. Samiwu was helemaal uit Tamale (toch wel 12 uur in de bus) naar Accra gekomen, zonder iets te laten weten. Hij wou ons verrassen met zijn aanwezigheid en had begin deze week zelfs ons gebeld om te zeggen dat hij wegens ziekte niet kon langskomen. De geniepigaard :-) Spijtig genoeg voor hem had een vriend van ons (Desmond) per ongeluk al verklapt dat hij toch naar de luchthaven zou komen, dus wij moesten maar veinzen dat we heel verrast waren, haha.
Voor het slapen gaan zijn we eerst ergens iets gaan eten en per toeval komen we een zus van me uit Tamale tegen, die stond gewoon voor ons in de rij aan te schuiven om rijst te bestellen. Best wel lachen :-) Dan maar met zijn allen het terras op, boven op het dak van het restaurantje voor wat frisse lucht.
Habib had voor ons een kamer geboekt in een nabijgelegen guesthouse. Enkel vervelend dat Eef en ik aan de straatkant zaten en onze overburen baten een soort dancing uit. Ongelooflijk dat we nog in slaap zijn kunnen vallen, maar het is echt waar.
De volgende dag was het echter zondag en al om zes uur werden we gewekt door zingende kerkgangers, het was dus best een korte nacht :-)
We moesten toch opstaan, dus veel maakte het niet uit, anders konden we de bus naar Tamale niet halen. Habib is echt een schat, voor iedereen heeft hij bustickets gehaald en voor een taxi naar de busplaats gezorgd. De jongen moet over een paar uur zelf vliegen, maar komt ons eerst uitzwaaien :-)
Aan de bushalte had ik ook afgesproken met Yalley, een vriend van Kobby, want ik mocht koeriertje spelen. Heeft die jongen dus eindelijk een nieuwe GSM :-)
De bus vertrekt bijna stipt om acht uur. Eng gewoon, normaal gezien is er altijd wel vertraging, Eef en ik kijken elkaar aan met een blik van "dan *moet* er onderweg gewoon iets mis gaan, kan gewoon niet anders", maar de rit gaat erg vlot. Zelfs de airco heeft niet gehaperd (normaal gezien valt die halfweg stil of werkt hij te actief, ben ooit bijna doodgevroren geweest in zo een busrit). De pijnlijke marteling van de schreeuwerige Nigeriaanse films moet je er wel bijnemen. Go Nollywood! Na drie films over familiedrama's en JuJu (zwarte magie) is het ook eens de beurt aan Jean-Claude Van Damme, dus afwisseling was er wel.
Nu klinkt het allemaal alsof ik hard aan het klagen ben, maar ben eigenlijk nergens ontevreden over (behalve de slechte afhandeling van Alitalia, dat had echt beter gekund). Het is leuk om weer in zulke avonturen gestort te worden en mijn vrienden terug te zien.
Aangekomen in Tamale zien we dat Jamaldeen (naast Samiwu leraar op onze school) ons staat op te wachten, en bij Eef zijn thuis vliegt de hele familie ons om de nek. Altijd weer een fijn weerzien :-)
Wegens de waterschaarste is het weer light's off bij mijn familie (sinds vorig jaar is Lake Volta, het grote stuwmeer onvoldoende gevuld en het tekort aan elektriciteit wordt goedgemaakt door om de beurt een ander deel van de stad zonder stroom te zetten). Mijn zusjes beginnen me te plagen omdat de elektriciteit altijd op één of andere manier uitvalt op de dag dat ik arriveer. Die traditie wordt dus ook dit jaar weer verdergezet.
Geen elektriciteit of eten meer, wel stromend water. Er gaat niets boven douchen bij kaarslicht en ik ben blij dat ik weer mijn vertrouwde kamer krijg met daarin een goed bed om te gaan slapen.
En zo komen we dus bij vandaag (maandag) uit. De gezinsituatie bij mijn thuis is momenteel als volgt: Eef en ik zijn nog met twee Nederlandse zusjes toegekomen (Latifa en Samira) en die hebben allebei een kamer bij mijn gastgezin in Sakasaka (de wijk in Tamale waar ik woon). Het huis zit tjokvol vrouwen (volgens mij heb ik minstens 9 zussen van allerlei leeftijden), mijn oudste broer (Gafaru), de moeder en vader van de familie en een paar (wisselende) huurders. Mijn klein neefje (Kataali, ik was hier ook toen hij 2,5 jaar geleden geboren werd) heb ik nog niet gezien omdat hij 's ochtends al vroeg naar de kleuterklas moest vertrekken, maar naar het schijnt is het dikkertje nog een stuk bijgekomen. Ik ben benieuwd dus :-)
Vandaag was het een overrompeling van "Wedersehen", eerst de familieleden die gisteren al aan het slapen waren (vooral de papa was weer lief als altijd), dan de mensen die ik tegenkwam onderweg naar Eef (woont maar een paar blokken verder). Mohammed (de technische coördinator van onze school) is ons komen oppikken in zijn nieuwe auto en heeft ons samen naar de stad gebracht.
Bij Sparkles, het restaurant van Desmond waar wij vaak vertoeven, was het echt feest. Hoe uitbundig dat je daar ontvangen wordt, dat is onbeschrijflijk. Heerlijk om zo welkom te zijn :-)
Vrijdag 22 juni 2007
Deze avond kwam ik voorbij een kleine winkel waar ik vroeger regelmatig een praatje kwam maken. Er zat een dikke man, helemaal in het wit gekleed en ik herkende hem meteen van vorig jaar. Ze noemen hem Al-Hadji omdat hij naar Mekka is geweest (dat zul je wel weten) en dat is dus de enige naam waarbij ik hem ken.
Ik denk dat ik de man vorig jaar slechts één of twee keer gesproken heb, altijd vrij oppervlakkig, maar toen ik naast hem kwam staan en hallo zei, draaide hij zich om, keek hij me recht in de ogen en ik zag dat hij me meteen herkende. Hij stak meteen zijn handen in de lucht en riep zeker drie keer "Allahu Hakbar". Haha, dat had ik nog nooit meegemaakt, vond het toch wel heel fijn om herkend te worden :-)
We hebben vandaag sollicitatiegesprekken gehad. We willen namelijk een stagair aannemen om ons leerkrachtenteam (ocharm twee man sterk) te ondersteunen. Er waren drie kandidaten, allemaal ex-leerlingen van de school, heel goede zelfs, en nog schatten van mensen ook.
Eén van de kandidaten (Baako) heb ik zelf nog lesgegeven, die was echt al van het begin bij de school en komt nog altijd nu en dan eens een kijkje nemen. Een schat van een jongen, heel lief en intelligent, maar spijtig genoeg niet meteen leerkracht-materiaal (alhoewel, ik mag hem zeker niet afkraken, hij had de taak ook aangekund).
Schieten er dus nog twee kandidaten over: een heel intelligente jongen die initiatief durft te nemen (Rueben) en een meisje dat zo verlegen is in persoon dat je denkt dat ze een klas niet de baas zou kunnen, maar helemaal transformeert tot een leerkrachte met ijzeren hand als ze voor het bord staat (Amada. Dat was nogal verschieten toen we haar een proefles lieten doen, haha, echt niet verwacht).
Het was enorm moeilijk kiezen, we kregen het niet over ons hart om maar één iemand aan te nemen. Rueben heeft de afgelopen weken al zo veel voor de school gedaan en Amada zagen we al meteen als een gouden voorvechtster van de Ghanese vrouwenemancipatie. Eef en ik hebben elkaar maar even aangekeken en grofweg beslist dat we dan maar twee stagaires zullen aannemen dit jaar. Hopelijk krijgen we de rest van het bestuur nu niet over ons heen, maar de Ghanese staff is er alvast heel blij mee. En ach, zo iemand verdient slechts 200.000 cedis per maand (nog geen 20 euro), dat hebben we er persoonlijk echt wel voor over, hoeft er ook niets aan het jaarbudget te veranderen.
Zondag 24 juni 2007
Best een interessant weekend gehad, eentje vol van idealisme.
Daarnet had ik een goed gesprek met een zekere mijnheer Seidu. Ik heb hem nog maar pas leren kennen en hij heeft een heel interessante visie over de cultuur in Ghana. Volgens hem is er een tekort aan innovatie in Ghana om verschillende redenen. Eén van die redenen is de mogelijkheid tot "onaangekondigd bezoek". Hij bedoelt hiermee dat het heel normaal is dat er zich een familielid aandient bij je thuis met de boodschap "ik kom een tijdje bij je logeren".
Op zich zie ik daar niet meteen een probleem in. Het is gezellig en ik vind net de sterke familieband (en de vriendschappen) één van de zaken die Ghana zo siert. Iedereen is ontzettend gastvrij en telkens ik terugkom voel ik me ook enorm welkom.
Seidu kaart echter aan dat een familielid die te gast is automatisch voorzien wordt van een dak boven zijn hoofd, een bed, water en eten. Er wordt dus meteen aan de primaire behoeften voldaan.
Niemand heeft dus de neiging om zich volledig aan een zaak te wijden (zij het als werknemer of een ondernemer die een gat in de markt probeert te dichten), want die noodzaak is weg, er is geen economische "struggle". Er is altijd het sociale vangnet van de familie. In principe is het dus zo dat, als één iemand van de familie vrij welvarend is, de rest op zijn lauweren kan rusten.
Volgens Seidu zou deze traditie dus ongedaan moeten gemaakt worden en dat kan volgens hem enkel door sterk leiderschap (kom ik zo op terug). Ik versta zijn standpunt, en hij raakt zeker een paar pijnlijke plekken, maar in mijn ogen is het net zo een moeilijke discussie als "hoe hoog mag je de werkloosheidsuitkering laten worden zodat de mensen nog wel de wil hebben om te gaan werken" ? Ja, een mens streeft naar gemakzucht, dat lijkt me logisch, maar daarnaast wil iedereen toch ook iets om mee bezig te zijn? Volgens mij zijn het enkel uitzonderingen die echt met plezier thuiszitten en zonder schroom kunnen genieten van het geld dat hun welvarend familielid heeft verdiend. In mijn ogen is het aan de regering en sociale partners om dit tegen te gaan, maar de regering moet hiervoor ook wel eerst de mogelijkheden hebben (financiëel, organisatorisch en de mankracht).
Een andere factor die volgens Seidu de innovatie in Ghana (en Afrika in het algemeen)
tegenwerkt, is de corruptie. Ja, er worden maandelijks belastingen geïnd en ja, er
wordt tol op grote wegen betaald en invoertaks bij de douane. Maar wie zegt dat al dat geld
rechtstreeks naar "de staat" gaat? Er is geen overzicht van het aantal winkels in een stad
(echt onbegonnen werk) en er is onvoldoende controle op de belastinginners zelf. Als er
geen/onvoldoende controle is op de inners, dan is voor hen de verleiding te groot om een
deel van de koek voor zichzelf te houden, dat is in mijn ogen zelfs heel menselijk.
De tol op de grote wegen net hetzelfde: er wordt niet bijgehouden of er nu 3,345,980 auto's
die dag gepasseerd zijn of 3,345,981, dus wie kan dat controleren?
De douane zit ook altijd in een sterke positie: als iemand driehonderd jurken wil
importeren, dan vindt die dat zeker niet erg om eentje daarvan aan de vriendelijke ambtenaar
te geven.
Tussenin heb je nog al de lagen van de ministeries waar administratieve taken moeten worden
verricht. Om die papierwinkel sneller te doen draaien wordt er al snel extra "gewicht" op de
tafel gegooid. Na een tijd gaat dat "gewicht" echter gauw regel worden om de machine al
überhaupt te doen draaien.
Seidu zelf werkt als auditer om corruptie aan te pakken, hij weet dus waar hij de rotte plekken moet vinden, maar het lijkt onbegonnen werk.
Wederom is volgens hem vooral hier sterk (en proper) leiderschap nodig. Als meerdere moet je zelf vrij zijn van corruptie voordat je van een ondergeschikte kunt eisen dat ook te zijn. De controle zou doelgerichter moeten worden en de valsspelers zouden gesignaleerd (in plaats van gedoogd) moeten worden. Zodra iemand geconfronteerd wordt met een poging tot (of vraag naar) omkoping, zou deze meteen een afspraak moeten maken met de bevoegde minister en hem inlichten zodat de valsspeler uit het ministerie gezet kan worden.
Media-aandacht mag hierbij niet onderschat worden. Seidu gaf me de raad dat, als we als computerschool nog eens computers zouden willen invoeren, en geconfronteerd zouden worden met een vraag tot omkoping, dat we er meteen alle journalisten en camera's op zouden moeten gooien. Als een buitenlandse organisatie geld investeert om gratis materiaal aan onderwijsinstellingen te schenken en het bekend raakt dat ze daarin door de ambtenarij worden tegengewerkt, dan zullen de verantwoordelijken maar al te graag alle deuren terug opengooien.
Het blijft kroegpraat, maar volgens mij heeft de man hierin wel een punt :-)
Zaterdagochtend ben ik ergens in Sakasaka bij Hassan, een vriend van Samiwu, geweest. Hij
is een oudleerling van de NCS en is een tijdje in Nederland geweest. Daar heeft hij
sponsoring gezocht om een eigen computerschool te beginnen, aangezien er in Sakasaka zelf
dit soort lessen nog niet wordt aangeboden.
Hij heeft ook acht computers kunnen verschepen, maar heeft spijtig genoeg niet de technische
kennis om ze aan de praat te krijgen en dus werd ik ingeschakeld. Na een paar uurtjes
prutsen denk ik dat we er toch vijf aan de praat hebben kunnen krijgen, genoeg om een klein
klasje te beginnen en ik hoop dat hij tevreden is. Ik ga binnenkort nog eens langs moeten
gaan om alle software te installeren en dan ben ik benieuwd of het allemaal voor hem gaat
lukken. Ik wens hem er alleszins veel succes ermee, want het is echt een leuke jongen.
Vandaag werd ik benaderd door Deen, een kerel die Business studeert aan Tamale
Polytechnic (een soort hogeschool). Hij vindt het blijkbaar allemaal leuk dat er in al die
jaren zoveel vrijwilligersprojecten zijn opgericht in de stad zelf, maar de echte
hulpbehoevenden die in de dorpen wonen, blijven in de kou staan.
Hij heeft een aanzet tot een "proposal" geschreven om een kleine organisatie op te richten
die vrijwilligers naar de dorpen wil sturen om daar te zorgen voor toegankelijk onderwijs en
hygiëneprojecten. Hij hoopt dan te kunnen samenwerken met de grote
vrijwilligersorganisaties in Tamale.
Ik vind dat deze jongen groot gelijk heeft. De stad wordt goed voortgeholpen, maar de echte "needy people" krijgen veel te weinig aandacht. Het engagement ziet hier dus echt goed. Probleem is echter weer van organisatorische aard: hoe ga je de vrijwilligersorganisaties overtuigen om te investeren in die projecten? Dit klinkt als een zware contradictie, maar in mijn ogen is het vrijwilligerswerk hier big business geworden.
Vergeleken met de dorpen is het ondersteunen van de vrijwilligers in de stad peanuts: er zijn gastgezinnen bij de vleet, voldoende interessante gebeurtenissen om verveling en heimwee tegen te gaan en ziekenhuizen genoeg als er iemand ziek is. Maar een dorp is maar een dorp. Dat is een veel zwaardere investering en vraagt een veel groter draagvlak en zwaardere verantwoordelijkheid om het welzijn van de vrijwilliger te garanderen. Men kiest dus (heel menselijk) liever voor zekerheid dan extra kopzorgen.
Eigenlijk heb ik hier schijt aan, zulke zaken zouden in deze wereld toch vanzelfsprekend horen te zijn? Ik weet dat ik gemakkelijk praten heb, ik lig hier rustig op mijn bed met de ventilator aan op een laptopje te typen en stiekem ga ik af en toe een ijsje kopen in het benzinestation, dat is heel wat anders dan in een dorp les gaan geven of instructies geven over het garanderen van zuiver water. Maar waar is het idealisme naar toe? Er zouden toch tal van vrijwilligersorganisaties horen te zijn die maar al te graag de dorpen van ondersteuning zouden willen voorzien?
Dinsdag 26 juni 2007
Vrijdagavond is de grootmoeder van Samiwu gestorven. Ze was tachtig jaar oud en al een paar maanden ernstig ziek, maar toch kwam het als een schok. Vrijdag en zaterdag hebben we dus de voorbereidingen van een moslimbegrafenis meegemaakt.
De familie is uit alle hoeken van het land toegestroomd en verblijft momenteel in Tamale, in het huis van Samiwu (waar ook de oma verbleef). Samiwu heeft het dus heel druk met familiezaken, maar ik ben toch af en toe even langsgeweest om te zien of alles goed gaat met de jongen.
Vandaag was het de derde dag van het rouwen, de familie kreeg van iedereen bezoek en ook wij werden verwacht. Het was de eerste keer dat ik de vader van Samiwu leerde kennen, hij is een imam die meer zuidelijk in het land verblijft. We hebben een uitgebreid gesprek gehad en we werden overladen door zegeningen omdat we Samiwu zo een goed werk hebben gegeven, dat was echt hartverwarmend. Mijn moslimnaam (Abdul-Rahim) werd ook weer uitvoerig besproken en werd deze keer vertaald als "the Most Compassionate". Daar kan je dus wel mee thuiskomen, vind je niet? :-)
In de namiddag heb ik nog eens een goede drie uur lesgegeven, dan voel ik weer waarom we hier mee bezig zijn. Het is namelijk ontzettend leuk als je zo een actieve leerlingen krijgtt.
Eef is spijtig genoeg ziek gevallen. Hij zit zwaar aan de diarree en we hebben er de dokter bij moeten halen: twee injecties en aan het infuus, maar hij ziet er nu toch al weer beter uit. Telkens als je hier ziek valt krijg je te horen dat het malaria is, dus dat zal deze keer wel niet anders zijn. Hij zal dus nog wel een tijdje thuisblijven.
Maandag hebben we van het stamhoofd een stuk land gekregen, vlak bij het nieuw gebouwde voetbalstadion. Dat sportcomplex werd door Chinese aannemers gebouwd voor de Africa Cup die volgend jaar in Ghana zal plaatsvinden en is in amper anderhalf jaar tijd gebouwd (in januari 2006 waren ze nog de grond aan het gelijkmaken...) . De lokatie is vrij ok, maar het lap grond ligt "dwars", als een rechthoek met de kortste zijde naar de straatkant gericht.
De bouwtekening voor onze school is echter een lang gebouw (drie lokalen) met de opening in het midden, als dit dus de bouwgrond wordt, dan kunnen we de opening nooit naar de weg doen wijzen en zie je enkel een kale muur. We hopen hier nog over te kunnen onderhandelen.
Donderdag 28 juni
Heb vandaag weer lekker genoten van de Ghanese vriendelijkheid. Gisteravond was ik naar Eef gegaan. Hij woont nu even niet meer bij Samiwu (want daar zijn de rituelen voor de begrafenis nog aan de gang, daarvoor is er extra woonruimte voor de familie nodig), maar bij Desmond, de eigenaar van Sparkles, in Kanvilli, een dorp net buiten de stad. Het gaat al een stuk beter met hem, hij heeft nu twee dagen aan een infuus gelegen om extra vocht binnen te krijgen en wordt goed verzorgd.
Het was al vrij laat toen ik bij hen aankwam en amper haalbaar om nog een taxi terug te kunnen krijgen (het is daar vrij verlaten). Ik ben dan ook maar bij Desmond blijven slapen. Heerlijk, hij had net stromend water die dag, haha.
De volgende ochtend was ik onderweg naar de straatkant om een taxi te kunnen roepen, toen er opeens een auto voor me stopte. Het was gewoon een vriendelijke kerel, Soli genaamd, die onderweg was naar de stad en vroeg of ik een lift nodig had. Zo spontaan had ik het nog nooit meegemaakt. Hij heeft me dus een uur wachten op een toevallig voorbijkomende taxi uitgespaard en gewoon gratis naar huis gebracht :-)
Blijkt nog eens dat hij ook in Sakasaka woont, maar twee huizen van mij af, maar we hadden elkaar bij toeval nog nooit ontmoet.
Thuis begonnen mijn zusjes me natuurlijk meteen te plagen waar ik gebleven was die nacht, of ik niet een nieuw vriendinnetje was tegengekomen: "Kwaana Jida" riepen ze toen ik binnenkwam (Hausa voor "ergens anders blijven slapen"), gevolgd door een schaterlach en ik kon braafjes aan de moeder des huizes uitleggen dat ik gewoon bij mijn zieke vriend ben gebleven. De pestkopjes :-)
Heb me dus maar snel gereed gemaakt om naar school te gaan en in een taxi gesprongen.
Aangekomen in het centrum dan maar weer uit de taxi gesprongen en verder gewandeld. Opeens haalt die taxi me opnieuw in en de deur zwaait open. "Wat wilt die vent nu van me?" was mijn eerste reactie en ik was al op allerlei mogelijke scenario's voorbereid... Blijkt dat mijn GSM uit mijn broekzak was gevallen en ze mij die wouden teruggeven.
Dan word je echt wel even stil, ik had iets heel anders verwacht :-S
De middagpauze heb ik weer doorgebracht bij Sparkles. Het leuke is dat Mussah, een werknemer en goede vriend, sinds een paar weken ook les volgt op onze school. Na de middagpauze geeft hij me dan een lift op zijn brommer.
Ik dacht dat het zijn brommer was, maar nu blijkt dat die van iemand anders in het restaurant is en hij die gewoon in bruikleen heeft. Toen ik om een lift vroeg, fluisterde hij me toe: "Please start walking, I will pick you up when we are out of sight".
Ik heb dus een paar metertjes gewandeld en ben dan uiteindelijk even goed op de brommer gesprongen. Het klinkt nu lullig, maar het was best een komische situatie. Mussah heeft namelijk schrik dat de eigenares zou denken dat hij gaat "roamen" (nutteloos rondhangen) met die brommer.
Heb dus toch een lift gekregen en hij heeft geen gezichtsverlies geleden. Echt een schat van een kerel.
Zondag 1 juli
Op de achtergrond speelt mijn CD van Ali Farka Toure (dank je Martin :-)), heerlijk om even weer iets neer te schrijven.
Mijn zus Faiza heeft vandaag haar trouwfeest gehad. Al het hele weekend zit het huis tjokvol mensen die het feest aan het voorbereiden zijn en eten koken, het is dus op zijn minst gezegd "vrij druk". Om een rustige nacht te hebben, ben ik gisteren dan maar naar Desmond en Eef in Kanvilli gegaan om daar te blijven slapen.
Het was echter al vrij laat toen ik vertrok en ik kon geen taxi vastkrijgen die die kant op reed. Na de zoveelste vruchteloze poging stopte er opeens een mooie, witte auto voor me. Er zat een vriendelijke man in die me maar al te graag een lift wou geven.
De vriendelijke kerel bleek Amadu te heten en hij werkt voor een NGO genaamd "New Energy" die zich specialiseert in herwinbare energie (vooral zonnepanelen aangezien er op zijn zachtst gezegd vrij veel zon is hier in Ghana). Aangezien we op de computerschool nogal last hebben van stroomstoringen, leg ik hem onze situatie uit.
Deze week hebben we namelijk maar één dag gewoon elektriciteit gehad, de andere dagen konden we gelukkig de generator gebruiken, maar dat is wel een kostelijke grap. We hebben zo deze week minstens voor 30 euro benzine verbruikt. Dat staat in Ghana ongeveer gelijk aan een klein maandloon, dus dit maken we liever niet al te veel mee.
Per toeval woont Amadu in dezelfde straat als Desmond en hij nodigt me eerst bij zijn thuis uit. Hij laat me zien dat hij in zijn huis zelf al vier jaar met grote batterijen werkt. Die zijn aangesloten op het elektriciteitsnet zodat ze opgeladen worden als er stroom is en zodoende merkt hij niets van de regelmatige lights off. De converter die de gelijkstroom van de batterijen omzet naar de wisselstroom (gebruikt door het stroomnet) kost echter al snel 1000 tot 2000 euro, maar dat is een eenmalige investering. Misschien moeten we hier toch eens over nadenken.
De volgende dag kwam Mohammed ons met de auto ophalen en is Eef voor de eerste keer terug de stad in geweest. Eerst zijn we naar Nyohini gereden om de plot te bekijken die de Chief ons had voorgesteld.
De Chief heeft nog andere voorstellen aan Mohammed gedaan, maar deze locatie heeft de beste ligging. We gaan dus waarschijnlijk de bouwtekening herzien.
's Middags treffen we Latifa en Samira, beiden volledig in tenue voor het huwelijk van ons zusje Faiza, bij Sparkles. Het is groot feest bij ons in Sakasaka en uiteraard vraagt de familie ook naar mij. Ik beslis dus om maar even terug naar huis te gaan.
Thuis is het echt koppen lopen en er wordt stevig muziek gedraaid. Ik ontmoet een paar oude bekenden, waaronder Soli die me donderdag een lift had gegeven. Zus Faiza zit in een aparte kamer al het bezoek te ontvangen en roept naar me als ik het erf oploop omdat ze met me op de foto wil.
Het is allemaal heel gezellig, maar iets te druk, na een tijdje ga ik weer naar het centrum om me bij Eef te vervoegen en verder te discussiëren over de bouwplaats.
Maandag 9 juli
Stromend water! Voor de eerste keer in twee weken tijd heb ik een douche kunnen nemen (in plaats van de doordeweekse "bucket shower"). De voldoening daarvan is met geen woorden te beschrijven, dat moet je gewoon hebben meegemaakt :-) Je voelt je daarna enorm proper, heerlijk. Al is dat vrij relatief hier: het water had een kleurtje, de handdoek is stoffig en met dit weer ben je binnen het half uur aan het zweten...
Voor het huwelijk van mijn zusje vorig weekend is er zoveel water nodig geweest dat we de afgelopen week een plaatselijke waterschaarste hebben meegemaakt. Het was zo erg dat Gafaru (mijn broer, de huisoudste) ergens anders water moest gaan kopen zodat we ons konden wassen. In de ogen van de familie verbruikten wij (de witten) te veel water en dat zorgde wel voor wat spanningen. Nu dat de pijp niet meer droog staat, is iedereen opgelucht. Je ziet elk gezicht meteen opfleuren. Hierbij merk je gewoon hoe afhankelijk iedereen is van (proper) water.
Vandaag gaan we (voor de laatse keer?) naar het stamhoofd. We hebben vorige keer de bouwplaats gezien die we cadeau krijgen, nu moet het nog officieel op papier gezet worden. Dus ik haal de lange broek maar uit de (fictieve) kast en doe een hemdje aan. Proper!
Zodra ik de kamer uitkom, voel ik de familie kijken. Het werd meteen goedgekeurd. Ze hadden me blijkbaar nog nooit in "fatsoenlijke" kleren gezien, normaal loop ik hier in korte broek en T-shirt rond. Ik ben best ijdel, dus dat moet ik zeker vaker doen :-) Het blijft warm weer en ik houd mijn slippers aan. Geen zicht natuurlijk, de witte huid van mijn voeten is zwaar in contrast met die van mijn armen en gezicht.
Deze zaterdag zijn we naar Mole geweest, een nationaal wildpark drie uur rijden uit Tamale. Prachtig gewoon: we hebben een begeleide wandeling van twee uur gehad (in volle middagzon, ouch), ik was zo blij als een kind om olifanten, antilopen en apen vrij te zien rondlopen :-) Uiteraard heb ik bergen foto's getrokken, één dagje de toerist uithangen kan geen kwaad, toch?
Aan de rand van het park, bovenop een heuvel is er een groot terras vanwaar je een overzicht hebt over een groot deel van het park. Daar zijn tevens een aantal bungalows neergepoot om te blijven overnachten en voor de dagjestoeristen is er ook een restaurant, bar en een zwembad. Uiteraard stikt het er van de toeristen, toch weer een heel andere ervaring. Samiwu heeft drie maanden geleden leren zwemmen van Sabine (een andere Belgische vrijwilligster die ondertussen terug naar huis is vertrokken), hij wou meteen een duik nemen. Lief als hij is, had hij zelfs voor mij een extra zwembroek meegebracht :-)